Leuk! Pieter Hilhorst heeft een nieuwe term bedacht voor initiatieven als De KrachtFabriek. Sociaal Doe-Het-Zelfen. Persoonlijk vind ik deze term een iets te hoog Gamma-gehalte hebben voor de kwaliteit van de meeste initiatieven, maar vooruit. Hij snapt volgens mij wel waar het over gaat en heeft er een boek over geschreven.
Pieter Hilhorst in nu wethouder in Amsterdam. Er zijn deze dagen veel bestuurders en politici die reppen over de participatie samenleving, burgerinitiatief en terugtrekkende overheid. Dit soort kreten uit monde van politici roepen doorgaans vooral veel weerstand op. Begrijpelijk! Veel van de mensen waar het over gaat voelen zich volledig afhankelijk van de overheid. Jarenlang zijn ze door het systeem keurig in hokjes gestopt en hebben ze gedwee allerlei procedures moeten volgen en formuliertjes moeten invullen om maar aan centen te komen. Tegen deze mensen zeggen dat ze meer initiatief moeten tonen, is net zoiets als tegen je kind zeggen “doe eens spontaan”. In de psychologie heet dat paradoxale communicatie. Het ene moment volgzaamheid afdwingen en het andere moment initiatief verlangen. Een onmogelijke opdracht. En als de ontvanger afhankelijk is van de zender en de zender kan niet op zijn manier van communiceren worden aangesproken, dan kan er serieuze psychische schade worden aangericht. Burgerinitiatieven moeten ontstaan en kunnen niet worden opgelegd of afgedwongen. Dan heet het namelijk sociale dienstplicht en dat is toch echt wat anders.
Hilhorst lijkt dit te begrijpen. Hij wil geen terugtrekkende overheid, maar een overheid die faciliteert. Een overheid die ruimte creƫert en voorwaarde schept. En dat een deel van die overheid dan uiteindelijk overbodig wordt, tja. Hij snapt ook dat je als overheid (of politieke partij) dergelijke initiatieven niet moet toe-eigenen en doodknuffelen uit eigenbelang. Vanuit zijn positie burgerinitiatief stimuleren, blijft riskant. Maar hij heeft mij wel nieuwsgierig gemaakt naar zijn boek. Dus als iemand een keer een exemplaar aan mij wil lenen of wil ruilen tegen een ander boek, hou ik me aanbevolen.